Prachtig mooi Maleisië!

Een week geleden begon onze trip naar Maleisie. Vanaf Koh Tao hebben wij de boot gepakt naar Koh Samui, dit was zeker geen rustig tochtje over de golf van Thailand. We hebben werkelijk waar 3 uur over de zee heen gestuitert met sprongen van ruim 3 meter uit het water, dat ging achter elkaar door. We zagen de mensen 1 voor 1 naar het bovendek gaan, het leek eigenlijk wel een film. Gelukkig werden wij niet zeeziek. Aangekomen op Koh Samui hadden we vervoer naar het vliegveld klaar staan. Voor de mensen die hier nog nooit geweest zijn. Leuke ervaring. Je baggage word nog net niet open lucht ingecheckt. Verder prima te doen. We vlogen met een bombardier Dash 7 Series 100's van Berjaya air. Dit was een klein vliegtuigje met 4 propellors. Ook dit was een leuke ervaring. De service voor deze korte vlucht van 2uur en een beetje waren buitengewoon goed.

Nu alweer een week in Maleisië. Weer een ander land met een heel andere cultuur en veel nieuws voor ons om te ontdekken.
We zijn begonnen in, volgens ons de groenste hoofdstad ter wereld Kuala Lumpur. Overal waar je gaat is er heel veel groen te bekennen wat je meestal niet ziet in een stad. De bijenkorf omringd door palmbomen en dat dan ook nog eens midden in het vondelpark om maar een voorbeeld te noemen.
Je hebt hier een mengelmoes van mensen en religies. Veel Moslims, Hindoes en Boeddhisten en hier en daar wat verdwaalden Chiristen. En zo hebben ze ook hun eigen buurten, Little India en Chinatown. De mensen hier zijn verschirkkelijk vriendelijk en behulpzaam. Dat waren we niet echt meer gewend. Want als er in China iemand naar je toe kwam en op een íets te vriendelijke toon aan je vroeg of hij je kon helpen, dan zat er meestal een addertje onder het gras. Maar hier ( tot nu toe) nog niet! Misschien ook een voordeel dat iedereen hier goed Engels spreekt.

De eerste dag hebben we een lekker loopie door de stad gemaakt. We hadden een kaart mee waar gebouwen/wijken opstonden die je niet mocht missen en hebben een paar daarvan opgezocht. Waaronder prachtige Arabische gebouwen en een prachtige hindoetempel, voor ons allebei de eerste keer dat we die bezochte. Iedere 100 meter is de stad wel weer anders.
’s Avonds lekker over de markt geslenterd die natuurlijk weer naast ons hostel moest liggen...

De dag erna zijn we naar de National Moskee geweest. Genaamd naar aanleiding van de vrijheid van het land, dit is namelijk ook de eerste Moskee in Maleisie. Voordat we naar binnen mochten moesten we de slippertjes buiten laten en werden we in een modieus lilapaars gewaad gehezen, zodat de blote armen en benen bedekt waren. En voor Lisa was dat ook haar bos haar. Binnen kregen we veel informatie van een vrijwilliger die ons te woord stond. Een bijzondere en leerzame ervaring. Want zo leek het wel alsof de Islam een heel ander geloof is dan dat wij in Nederland kennen.

Een ander hoogtepunt in KL zijn de Batu Caves. Dit zijn 3 grotten met daarin een belangrijke hindoetempel. Je moet eerst wel even 272 treden trotseren. Maar dat is de moeite wel waard. En met onze ervaringen in het verleden, ik noem Mount Tai Shan, valt dat natuurlijk in het niet. (Zie 7000+ treden) Overal rond de tempel en de trappen zitten aapjes op de loer, zoeken naar dingen die ze van nietsvermoedende toeristen kunnen afpakken.

En natuurlijk, het boegbeeld van Kuala Lumpur mochten we niet missen: de Petronas Towers!
Overal waar je in de stad loopt zie je ze al boven de gebouwen uit komen. Met zijn 452 meter het op 4 na grooste gebouw van de wereld. In het echt nog indrukwekkender dan op de plaatjes!
Helaas konden we niet naar boven om het skydeck en de luchtbrug te zien want er worden per dag maar een beperkt aantal kaarten vrijgeven hiervoor. En aangezien Jut en Juul hier niet de állersnelste zijn in de vroege morgen...

Al met al een hele mooie stad alleen het weer heeft niet heel erg meegezeten, veel regen en onweer gehad. Maar dit alles had/heeft ook deels met de verschrikkelijke natuurramp in Japan te maken. Waar wij gelukkig geen gevolgen door hebben gehad, maar waar wel de geruchten over zouden zijn gegaan in het begin. De luchtvochtigheid is hier dan ook erg hoog. Maar we zijn gelukkig niet van poppenstront gemaakt en hebben we gewoon de stad bekeken.

Daarna zijn we doorgegaan naar Melaka, weer een UNESCO- erfgoedje. Een plaatsje met veel Portugeze, Engelse en Nederlandse historie. Van 1641 to 1824 hebben de Nederlanders hier de heerschappij gehad. In de oude stad is hier nog veel van terug te zien zoals het Dutch Square, de Christ Church en Bukkit Hill ook wel Dutch Grave genoemd. Hier liggen alleen meer Engelsen dan Nederlanders, maar toch! Maar het belangrijkste is het “mooi rood is niet lelijk” gebouw het Stadtshuys, dit wordt als het oudste Nederlandse bouwwerk in Azië beschouwd.

Er was ons ook al verteld dat je Melaka niet mag verlaten voordat je een aantal gerechten had gegeten. Daaronder valt de Satay Celoup, een grote satesaus fondue waar je je prikkers met vis, vlees of groente indoopt. Daarvoor hebben we wel een uur voor in de rij moeten staan voordat we eindelijk een tafeltje hadden, want we waren niet de enige die met dat plan waren gekomen...
Ook stonden er mini ananas koekjes bij, dat stelde iets minder veel voor. En ook Celdon, dit is het meest populaire dessert in Melaka. Nou als we eraan terug moeten gaan we weer bijna over ons nek.
We hebben tot nu toe een hele hoop geprobeerd en toetjes zijn we helemaal niet vies van maar dit sloeg echt alles. De geur die er alleen al vanaf kwam, maar goed dat is dus zeker geen aanrader van ons.

En nu zijn we dan in Jerantut na een flinke reis. Het eerste deel hebben we met de lokale bussen gedaan die nog net niet van ellende uit elkaar vielen. Om ons een nog “veiliger”gevoel te geven werd er ook nog even bij ons ingewreven dat Maleisiehet op nr3 staat op de lijst van verkeersongelukken... Leuk feitje....! Gelukkig was alles goed gegaan al hadden we wel bijna een scooter plat gereden.
We hadden besloten om het laatste deel met de trein ipv de bus te gaan doen omdat we dan zo beter uitzicht hadden op het landschap. En ja dit was zeker het geval, we kijken onze ogen uit hier hoeveel groen er hier te vinden is. Overal zie je jungle/palmbomen/bergen/nog meer palmbomen/ en andere fauna. En dit is nog maar het begin.

Dit “tussenplaatsje” doen we aan omdat we morgen vanuit hier naar de Taman Negara gaan. Dit is het oudste regenwoud ter wereld. En hier leven nog steeds Orang Asli’s dit zijn volgens de boeken de eerste/oudste bewoners van Maleisie. Die natuurlijk nu gebruikt worden voor toeristische doeleinden om zo een kleine bijdrage te verdienen. Ook herschuilt hier de grootste bloem ter wereld “the giant Rafflesia” .
We gaan een trip maken van een paar dagen, we zijn erg benieuwd!! Wij willen graag de iets minder toeristische versie doen en écht de jungle intrekken om elke dag 6 uur te gaan hiken. Helaas zjn hier minimaal 4 mensen voor nodig, en tot nu staan wij 2 alleen op de lijst... Dus morgenochtend voor vertrek weten we meer. En anders wordt het toch de toeristische tour!